4 Februari

Wereld Kanker Dag. De tweede keer in mijn leven dat ik me bewust ben van deze dag. Al lijkt op een of andere manier iedere week wel iets te zijn rondom dit thema.

Het maakt niet uit waar je komt of wat je doet, er zijn altijd verhalen om je heen. In de serie die je kijkt heeft de hoofdpersoon haar moeder eraan verloren, op de radio doen ze er een speciale actie voor, op de tv is er een reclame over, in de supermarkt zie je een lotgenoot, op social zie je de persoonlijke verhalen of je hoort gewoon een willekeurige jongere op straat ermee schelden, net als je er zelf even niet aan dacht.

Het is er altijd & overal en toch zijn er gelukkig steeds meer momenten dat het me niet meer overvalt, dat het me niet meer hard raakt, dat ik het gewoon weer even kan laten. Want ondertussen ben ik nu al ruim 1,5 jaar na diagnose, ben ik zeker 6 maanden klaar met de behandeling, is mijn haar al een goede 14 cm lang (ja iedere centimeter wordt gemeten) en voel ik me geen patiënt meer. Ik praat er zelfs in verleden tijd over; “toen ik ziek was.”

Maar op een dag als deze besef ik me wel heel erg goed dat ik nog lang niet ben wie ik was. Ik word steeds beter in het spelen van mijn oude rol, maar hij voelt nog zo oncomfortabel. Tussendoor probeer ik mijn nieuwe rol te schrijven, maar dat is me toch een onzeker stuk. Niks is moeilijker dan een leeg vel inkleuren. Want waar begin je en wat als je start met de verkeerde kleur. Het ene moment lijken de mogelijkheden onbeperkt, want hallo ik heb reservetijd gekregen, wil er alles uithalen en besef me maar al te goed hoe diep mijn dal is geweest en hoe goed ik er ten opzichte daarvan nu bij sta.

Maar het andere moment zijn de mogelijkheden enorm beperkt. Ruim 1,5 jaar bezig zijn met ziekte en herstel verandert je. Mijn lichaam voelt als die van een bejaarde; ik heb continu opvliegers door een vervroegde overgang, heb snel last van mijn gewrichten, slaap slecht en heb op een of andere manier iedere maand wel een soort blessure, van een verrekte schouder tot een ingeschoten rug. Om nog maar niet te spreken van mijn energieniveau. Deze oma moet eigenlijk iedere dag even rusten in de middag en een avondje uit vraagt om 2 dagen bijkomen. Ik snap pas wat mijn grenzen zijn als ik er vol overheen ben gegaan. Maar wanneer is het te veel en wanneer is het pushen om er beter van te worden.

In dit gehele proces verandert gedurende deze tijd je fysieke toestand, mentale gesteldheid en mindset continu. Ruim een jaar lang draaide al mijn onzekerheid om de grote vraag of ik dit mocht overleven. Nu ik daar dag bij dag een klein beetje zekerder van word is er ruimte voor allerlei andere onzekerheden. Onzekerheden over mijn kunnen, over mijn voorkomen, over mijn ambities, over mijn sociale leven, over mijn toekomstplannen. Zo verwarrend en zo onzeker.

Een dag als deze laat je toch altijd weer even alles samenvatten. Naar de afgelopen 1,5 jaar kijken, in het nu en zelfs soms naar de toekomst. Iedereen die dit meemaakt verandert naast al het fysieke ook mentaal, wat ook doorgaat als je niet fysiek bezig bent. Maar met de gedachtes leven gaat steeds beter, ondanks de dagelijkse confrontaties in welke vorm dan ook. Het zal nooit meer onbezorgd aan je voorbij gaan, maar dat is oké. Tegelijk komt er een punt dat het je gedachtes niet helemaal overhoop gooit. Altijd wel een beetje, maar ook dat is oké. Vandaag in ieder geval weer wat meer aan gedacht en ook dat hoort erbij. Nu maar slapen en wellicht, heel misschien, heel even, een mini moment even niet meer aan denken.