Als je per ongeluk de verkeerde trein pakt

Het is me wel eens overkomen. Ik was 16 ofzo en pakte vaker de trein naar andere steden voor werk of iets gezelligs. Die ene keer moest ik wat verder en had precies uitgezocht welke treinen ik moest pakken, waar ik moest overstappen en hoe laat ik precies overal zou zijn. Lekker georganiseerd dus. Maar op de een of andere manier raakte ik in de war en rende ik zo de verkeerde trein in. Zat ik dan in een rechtstreekse sneltrein de verkeerde kant op en moest helemaal mee tot het einde en dan weer terug.

Zo voelt het nu ook soms. Ik had alles zo goed bedacht en gepland. Had ons leven misschien wel iets te georganiseerd, vol ambitie en plezier. En toen opeens lette ik niet op en zat ik in de verkeerde trein. En ik kan er niet meer uit. Ik moet helemaal tot het einde blijven zitten en überhaupt hopen dat dat ik er dan uit kan en mag overstappen.

Soms lukt het om gewoon relaxed te gaan zitten en af te wachten. Een beetje om me heen te kijken en misschien zelf te genieten van het uitzicht. Soms komen de meisjes, Chris, vrienden of familie even bij me zitten en vergeet ik in welke trein ik zit. Soms is zelfs het eten lekker in de trein en is het personeel mega vriendelijk en gezellig. En heel soms mag ik heel even naar buiten bij een tussenstop om net te doen alsof ik niet in deze trein hoor.

Maar dat is soms…

Vaak sta ik gillend tegen de deuren & ramen aan te beuken en wil ik eruit.
Vaak zit ik opgekruld in een hoekje me af te vragen wat er toch mis is gegaan dat ik hier ben beland.
Vaak gluur ik naar buiten en zie ik wat ik allemaal mis.
Vaak kijk ik door het raam naar de meisjes en word ik zo verdrietig om wat ‘daarbuiten’ gebeurd.
Vaak ben ik in de rouw om alles wat straks niet meer terug komt, van mijn vruchtbaarheid tot de onbezorgde versie van mezelf.
Vaker nog gaan we door een hele lange donkere tunnel en lig ik ergens enorm ziek te zijn en de seconden af te tellen.

Die momenten zijn het meest vervelend. Dan ben ik te ziek of te zwak om afleiding te zoeken. Ik kan niet bewegen, praten, lezen of iets kijken zonder misselijk of duizelig te worden. Dan lig je dus helemaal alleen met eigen gedachtes en dan ben je echt aan het vechten. Mentaal vechten tegen twijfel, angst, spanning, opgeven, verdriet, boosheid en meer.

Dan komt eindelijk het moment dat je voelt dat het net ietsje beter gaat dan de dag ervoor. Je weet dat je weer aan het herstellen bent. Dat je een beetje licht ziet aan het einde van die donkere tunnel. Dat je ook deze kuur weer hebt gehad en dat de betere dagen eraan komen. Dat iedere kuur er weer eentje minder is die je nog moet. Dat ik uiteindelijk echt wel beter ga worden. Dat ik het laatste station echt ga halen en dat ik dan weer in de goede trein kan stappen.