Been there, done that!

Het was 3 weken geleden nog 1 keer mijn ogen dichtdoen en minuten aftellen. Nog 1 keer kijken naar de dagbehandeling met alle bedden met de zieke mensen om mij heen. Nog 1 keer de golven van misselijkheid weg slikken. Nog 1 keer proberen de geur van de afdeling te maskeren. En toen liep ik gewoon door de schuifdeur terug. Niet meer omkijken. Doei chemo dagbehandeling, tot hopelijk nooit meer.

Het eerste onderdeel van mijn behandeling is hiermee achter de rug. 4 zware ddAC kuren, waarbij ik kennis maakte met de wereld van zieke mensen door chemo en vooral bijwerkingen. Zoveel bijwerkingen.

Bij iedere kuur moest ik naar de dagbehandeling van de afdeling Oncologie in de Polikliniek van het VUmc. Je moet je een zaal voorstellen van 4 bedden breed en 6 bedden lang. Ieder bed heeft een klein wandje eromheen voor wat privacy, maar je kan je lotgenoten goed zien als je dat wilt. Hier krijg je, door mega vriendelijke verpleegkundigen, je infuus aangesloten en vervolgens je chemo toegediend. Een chemo loopt via het infuus in 30-90 minuten je lichaam in (die van mij tenminste). Gezien ik 2 zakjes chemo kreeg en wat extra middeltjes tegen de misselijkheid, lag ik hier steeds ongeveer 2,5 uur.

Het toedienen doet geen pijn, fysiek bedoel ik dan. Want er was zeker een soort pijn aanwezig, die bij iedere kuur een beetje meer ging zeuren. Het begon al in de wachtkamer, waar ik met de minuut vermoeider werd en een beetje misselijk. Vervolgens zorgde de geur van de afdeling (een soort mega steriele zoute geur) ervoor dat mijn lunch ergens net achter mijn huig ging zitten. Kreeg ik een soort enorme steen in mijn buik wanneer het infuus geprikt werd en zorgde de chemo ervoor dat het laatste beetje vrolijke Kelly werd gebroken.

Na iedere kuur stapte ik door die schuifdeur weer terug in de normale wereld. De normale ik kwam alleen niet mee. Een soort schim van mezelf pakte iedere keer de hand van Christiaan en liet zich meenemen naar de auto, terug naar huis. Naar bed en wachten tot de chemo insloeg en dat deed ie iedere keer weer. Het voelde alsof ik achterover viel in een donker gat en maar bleef vallen. Niks om aan vast te houden en totaal geen coördinatie.

De 1ste kuur verwachtte ik het niet en begon ik te vechten tegen het gevoel. Alles om maar geen controle over mijn lichaam kwijt te raken. “That was a rookie mistake”. Het vechten maakte het alleen maar moeilijker en de eerste keer heb ik dan ook het hardst gekotst (ondanks 2 verschillende medicijnen tegen de misselijkheid). 3 dagen lang kon ik niks anders dan in bed liggen, kotsen en mezelf naar de toilet laten brengen. Dag 4 na de kuur was het een overwinning toen ik de slaapkamer uit kwam en bij de kids op de bank kon liggen. Yes, dit zouden we de volgende keer even anders doen.

Zo gezegd zo gedaan. De 3 kuren erna ging ik thuis wat eten en dan naar bed, het maar laten gebeuren. Riemen vast en kom maar op met dat zwarte gat. De eerste nacht was dan steeds een soort waas die zo nu en dan werd onderbroken door een zweetaanval of een kotsmoment. Maar de dag erna was ik in ieder geval aanspreekbaar. Duidelijk verzwakt, misselijk en duizelig, maar ik kon weer rechtop in bed zitten. Yes, winnen.

Dag 2 in de kuren erna kon ik zelfstanding uit bed naar de bank toe lopen en dag 3 kon ik alweer een hapje mee eten aan de eettafel. Whoehoe overwinning. Dag 4 een mental breakdown, want als je minder tijd bezig bent met je kots binnen houden, heb je meer tijd om te beseffen hoe kut je situatie is. En dag 5 eindelijk een beetje rust in mijn hoofd en in mijn lichaam. Eindelijk slapen, proberen aan te sterken en wat minuutjes te wandelen. Hoi einde van de straat, even zitten en weer terug!

Hierna was iedere dag een dag richting de normale ik. Naja een soort van normale ik dan. Een ik zonder krullen, zonder etentjes met vriendinnen, zonder feestjes, zonder conditie, zonder winkelen, zonder energie, zonder georganiseer, zonder kokkerellen, zonder concentratie, zonder focus.

Maar wel een ik met een constante vieze smaak, met een soort waxlaag over mijn tong, met vaak rusteloze benen, soms botpijn, met een mega reukvermogen (en vooral het vermogen om van de meest random geuren misselijk te worden), met hoofdpijnen, met veel geboer of gehik, met donkere gedachtes, met zo’n mega droge mond of met een andere gekke bijwerking die er blijkbaar bijhoort.

Maar dat is in dit onderdeel allemaal klaar. Ik heb het gedaan, ik heb het gehad en zover bekend hoef ik deze type chemo niet meer te doen. Been there, done that!

Niet dat het nu veel beter wordt hoor. Het volgende onderdeel gaat zeker niet makkelijker zijn. Maar het is gewoon een fijn idee dat ik deel 1 heb gehad, dat het afgevinkt kan worden van de lijst en dat de plek waar het gebeurde niet meer hoeft worden bezocht. Misschien verlang ik er straks naar als ik in mijn ziekenhuiskamer lig, maar dat is dan. Nu ben ik blij dat het achter de rug is.

Deze vrijdag mag ik inchecken in ‘Hotel du VU Oncologie’. Afdeling 3C heeft een 1 of 2 persoonskamer voor me klaarstaan – even duimen voor een privé kamer. Ik krijg dan mijn controles en einde van de middag mag ik op officieel weekendverlof. De daadwerkelijke behandeling begint namelijk pas maandag, dus het weekend hoef ik niet te blijven. Bang, nee. Stom, ja! Deze chemo is flink zwaarder dan de ddAC kuren, dus ik kan me niet voorstellen dat het makkelijk gaat worden. Maar whatever it takes. Alles om beter te worden.

Nu eerste nog even genieten van die laatste dagen goed voelen, want heb de afgelopen 3 weken flink de tijd gehad om aan te sterken. Heb zelfs 1 minuut “hardgelopen”. Hoe trots kan je zijn!